Schijndel, januari 2019
Als peuter wist ik al wat ik wilde WORDEN. Nee beter gezegd, wat ik wilde gaan DOEN later. Ik wilde mijn land dienen! En in mijn ogen kon ik die jongensdroom en “roeping” het beste realiseren en waarmaken door dienst te nemen bij defensie. Ik weet simpelweg niet beter als dat ik als kind echt al helemaal gefascineerd was door onze Nederlandse driekleur en brullende leeuw met daaronder ons nationaal credo “Je Maintiendrai” (ik zal handhaven) . Geweldig vond ik dat. En zo gebeurde het. Ik verruilde mijn duizenden plastic miniatuursoldaatjes voor echte militaire buddy’s van vlees, bloed, zweet en tranen! En de laatste drie woorden, die drie lichaamseigen stoffen heb ik veelvuldig voorbij zien komen. Ik werd marinier. Trots als een pauw dat ik mijn land mocht dienen ben ik dat avontuur vol zelfertrouwen ingestapt. Zo heb ik samen met mijn maten en het credo van het Korps Mariniers “Qua Patet Orbis” (zo wijd de wereld strekt) in mijn hoofd ontzettend veel dingen gezien, ervaren, beleefd en ondergaan. Ik heb gelachen en gehuild. Altijd samen met de maten. Gevoelsmatig waren we samen onoverwinnelijk. Waarschijnlijk herkenbaar voor velen in die leeftijdscategorie. Maar kleine jongens worden groot en zoals het nagenoeg in elk leven van een man gebeurt, wordt hij verliefd, trouwt en krijgt kinderen. Geweldig natuurlijk. Ik was en ben nog steeds een super trotse vader. Ik houd zielsveel van mijn zonen. Maar op de een of andere wijze won toen mijn Vaderlandsliefde, mijn drang naar gerechtigheid en de loyaliteit naar mijn “maten” het van mijn gezin. Mogelijk dat veel mensen zullen zeggen; “wat een egocentrische klootzak!” Maar ik was me toen werkelijk van geen kwaad bewust. Ik moest dit doen. Voor de maten! Voor mijn land! Ik kon het ook gewoon niet verklaren en dus ook niet uitleggen waarom ik keer op keer toch weer die vliegtuigtrap opstapte om de wereld weer een klein stukje veiliger te maken. Gevoelsmatig kon ik ook echt niet anders. Want ik wist dat mijn gezin in Nederland toch wel veilig was. Zij hadden nu eenmaal voldoende betrouwbare mensen om zich heen die ze steunden. Dat zat dus wel goed. Daarom hadden, voor mijn gevoel, althans mijn mannen en mijn land me harder nodig dan mijn gezin thuis! Iedereen kan en zal daar het zijne van vinden maar ik was ervan overtuigd dat ik een aandeel moest leveren in het brengen van orde, vrede en veiligheid. Ik was bereid om ver te gaan voor dit ideaal. Indien nodig zou ik zelfs ook vechten voor de vrede en vrijheid van anderen maar wel in de wetenschap dat mijn eigen kinderen dan langer in vrede en vrijheid zouden kunnen blijven leven. Overtuigd van deze persoonlijke missie, bracht ik missie na missie samen met de maten gelukkig tot een goed einde.
De missies waren uiteindelijk dan ook het enige wat ik tot een goed einde zou brengen. Want niet alleen de uitzendingen verstreken. Ook mijn eerste twee huwelijken hielden helaas geen stand. Mijn gedachten, loyaliteit en onvoorwaardelijke liefde voor mijn Vaderland en de Maten eisten hun tol. Veel te lang heeft mijn kameraadschap met de maten en mijn Vaderlandsliefde het gewonnen van het thuisfront. Waarom, dat weet ik echt niet. Een afwijking misschien? Wie zal het ooit zeggen? Maar nu ik ouder ben en mijn eigen jongens langzaam zie veranderen in volwassen mannen zie ik soms wel met lede ogen aan wat ik allemaal heb gemist. Ik voel nu ook diep in mijn hart dat ik ze tekort heb gedaan. Ik baal daar enorm van en heb regelmatig geluidloze sessies met mijn eigen geweten. Maar toch. En hoe vreemd het ook klinkt. Ik heb er geen spijt van. Ik deed wat ik moest doen. Ik ben er trots op dat ik samen met de Maten decennialang mijn land heb mogen dienen. En ondanks de kritiek op sommige missies en operaties, ben ik er heilig van overtuigd dat we het juiste deden. We hebben vrede gebracht waar oorlog was, menselijk leed verzacht en meer leed voorkomen. Dat voelt goed!
Maar zoals eerder gezegd. Het vreet soms wel aan me en ik sluit daarom ook zeker niet uit dat mijn drive om de stichting H.E.A.R.T. op te richten mogelijk een soort van verkapte boetedoening is uit respect en waardering voor de mannen en vrouwen die er NIET voor hebben gekozen om afwezig te zijn thuis. Ik was er nooit omdat ik daar namelijk ZELF voor had gekozen.
De doelgroep waar deze stichting H.E.A.R.T voor in het leven is geroepen, heeft er namelijk NIET voor gekozen om hun eigen kinderen niet te kunnen opvoeden. Zoals gezegd heb ik daar bij tijd en wijle nog weleens eens een soort van schuldgevoel over gehad. Of het terecht is of niet maakt eigenlijk ook helemaal niet uit. Het is mijn gevoel. Ik kan mijn eigen tekortkomingen als vader uit het verleden ook NOOIT meer inhalen. Maar gevoelsmatig kan ik het wel rechttrekken.
Juist daarom wil en kan ik er nu WEL zijn voor het thuisfront. Het thuisfront Nederland. Het thuisfront van de Maten.
Ik wil nu, samen met de Maten, met stichting H.E.A.R.T, een leegte invullen die een van onze Maten heeft achtergelaten. Stichting H.E.A.R.T. springt op deze wijze hopelijk in een leegte die anders mogelijk niet gevuld wordt.
Beste mensen, voor ik ga afsluiten, begrijpt u me a.u.b. niet verkeerd. Ik ben overigens absoluut geen zielige of gefrustreerde vader. Integendeel zelfs. Mijn band met mijn zonen is momenteel sterker dan ooit en groeit met de dag! Maar toch. Zoals gezegd, ik ben een gevoelsmens en wil graag wat terugdoen voor de verloren tijd die ik als vader niet heb gebruikt. Ik wil iets doen voor de B.V. Nederland. Maar wil dat dan wel graag samendoen met mensen die ik vertrouw en waardeer. Mensen, vrienden en Maten met het H.E.A.R.T. op de juiste plek! Die hebben we hopelijk nu in jou gevonden en we hopen er nog veel meer te vinden. Help je mee?
Stichting H.E.A.R.T. laat door aandacht, erkenning en waardering de energie van de weggevallen papa of mama toch altijd voelbaar blijven voor de kids en de rest van de achterban.